zondag 10 maart 2024

Op weg naar huis.


Aan al het goede komt een einde. Ons plan is om de 13de thuis te zijn. In het weekend is een vriend jarig, plus er is in Kalkar de 4x4 beurs, die we ook graag willen bezoeken. Altijd leuk en slecht voor de onze beurs om de nieuwste snufjes te zien.

Thuis was er groot nieuws. Zoonlief heeft zich verloofd, een hele verassing en mijn oudste dochter gaat verhuizen van Vries naar Zuidlaren. Natuurlijk zijn we nieuwsgierig naar de nieuwe stek. Fred zijn zoon Freek is ook inmiddels verhuisd, dus daar moeten we snel langs. De agenda vult zich gestaag. 


We kamperen vrij. Voor de niet-kampeerders; ze noemen dit “wild kamperen” we hebben een nacht gestaan naast een kerkhof. De grafstenen stonden letterlijk naast ons bed op wielen. Lekker rustig zulke buren in het dorpje Espalem met prachtige oude vervallen huizen. We worden gewaarschuwd voor diefstal door een vriendelijke dame. Dus alles binnen en op slot. Onbegrijpelijk hier in zo een verlaten gebied.






De volgende nacht staan we bij Le Donjon aan een visvijver. Het is zaterdagavond aardig rustig, maar zondag morgen komen de vissers langs. Allemaal mannen en die kunnen ook kwetteren. Natuurlijk trekken we bekijks, maar verder geen onvertogen woord. Rond 10 uur zijn we vertrokken, inpakken kost tijd en vandaag 320 km gereden. 






Nu staan we weer aan een visvijver. Het doet me aan de Meent in Beusichem denken. We lopen een rondje rond de vijver waar forellen in moeten zitten. Op Google maps zie ik dat dit een officiële camper plaats is, dan worden we in ieder geval niet weggejaagd. Ofschoon een caravan geen camper is. 

Tijdens de zonsondergang worden we getrakteerd op een prachtig fenomeen. De takken van de bomen lijken wel in brand te staan, zo schijnt de rode zon erop. Echt heel bijzonder en een cadeautje van de natuur. 






We zitten nog een dikke 500 km van huis, dus waarschijnlijk dinsdag retour. Een douche na een week emmer wassen in de buitenlucht is niet verkeerd. Trouwens we raken ook door onze schone was heen. 


donderdag 7 maart 2024

Saint-Genies-de Fontedit


Ons volgend reisdoel is “Reserve African Sigean”. Een groots opgezet dierenpark. We zijn hier in het verleden al twee keer geweest. De dierentuin is behoorlijk gegroeid in de tijd. De charme van vroeger is eraf, want de dierentuinhokken zijn teruggekeerd voor meerdere beesten.

Bij binnenkomst rijd je met de auto door het park van de beren, dan de leeuwen en daarna langs een park waar diverse beesten leven, zoals de struisvogels, antilopes, buffels, gnous, springbok en zebra’s. Het doet denken aan de Beekse bergen.    






De tocht wordt per voet voortgezet, tot aan een groot meer. Hier leven de kraanvogels, pelikanen, flamingo’s, eenden, etc. Voor de flamingo’s is het min of meer een natuurlijke habitat. De meren zijn zilt en er is voldoende voedsel aanwezig. Je vindt ze op meerdere plaatsen in het Zuiden. Als de pelikanen gevoerd worden is het een drukte van belang. Vooral de meeuwen zijn hondsbrutaal. Ze proberen de toegegooide vissen weg te kapen van de pelikanen die eerst gewaarschuwd worden door de oppassers met “attention”. Bek open en vangen maar. Weinig meeuwen hebben een kans, maar als er eentje wel de vis grijpt, is dat mooi om te zien. 







We hebben de Hero op de meest vreselijke camping neergezet die je je kunt voorstellen.

Een half voetbalveld qua grootte, geasfalteerd, zonder natuurlijke afzetting. Vakjes gemaakt met halve boomstammen en het staat vol met grote campers, grote caravans. Geen tentje te zien. Dat kan ook niet want een haring in asfalt slaan is best lastig. Ik heb zandzakken meegenomen voor dit geval en zo kunnen we ons kleine keukententje toch nog opzetten voor de privacy s’nachts en als windvang. De mistral waait behoorlijk met windstoten tot 8 bft. De autoweg ligt naast de camping, vrachtauto’s razen langs.






De dag van aankomst zijn we s’middags eerst naar het fort in het stadje geweest. Was een flinke wandeling, bij aankomst is het fort gesloten. Wel krijgen we een folder mee van een aardige suppost. Op de terugweg lopen we langs een chique cave van Arnaud de Villeneuve. We mogen wijnen proeven en kopen een echt heerlijke fles witte wijn. Samen met camembert en een stokbroodje goed voor de avondmaaltijd. 

Nog even overdenken of we een doosje mee zullen nemen, maar omdat die doos waarschijnlijk Holland niet zal halen, doen we het niet.

s’Avonds nog eens kijken hoe nu verder. Eerste gedacht is Camarque, maar een blik op Google Earth leert ons dat het daar wel erg bebouwd is. Niet iets voor deze rust zoekers. Onderweg gaan we langs bij een tuincentrum. Een goede vriend is jarig, je weet nooit bij de Fransen of je iets speciaals vindt Het lijkt op een Welkoop winkel, maar de grote hal staat vol met bestrijdingsmiddelen, honden en kattenvoer en wat groente zaden. Een teleurstelling, jammer. 

Na een paar uurtjes rijden stoppen we tegen de Haute Langedoc aan, op een parkeerplaatsje bij een kerk/monument. Heerlijk rustig, af en toe een wandelaar of een boer die langsrijdt. Tegen vier uur een tukje doen en daarna lopen in het dal. Een glooiend landschap vol met wijngaarden. Het dorpje is 1,5 km vanaf hier, dus dat wordt het doel na de koffie.

Eerst wassen en aankleden. De zon schijnt en de kou is bijna uit de lucht. Door de heldere nacht was het goed koud.

Fred heeft een metamorfose doorstaan na een kappersbezoek. Een vriendelijk meisje heeft net succes haar uiterste best gedaan zijn uitgegroeide haardos te modificeren. Mooie man is het toch.





 

vrijdag 1 maart 2024

Franse Pyreneeen. Bij Tarerach.

 

Iedere keer als we besluiten verder te gaan, zijn we toch gebleven. Uiteindelijk 9 dagen op de camping bij Alquézar gestaan. De omgeving met de bloeiende amandelbomen is prachtig. De heuvels met weilanden en de vergezichten. Af en toe een beekje. Het weer is na de regenbui redelijk goed. Het terrein droogt langzaam op, de gele klei zit overal op de tent en de auto. Voorts is de weersverwachting hier goed.

We rijden naar het stadje Ainsa. Daar is een oude burcht en er komen lammergieren voor. We worden regelmatig getrakteerd op grote roofvogels in de lucht. 

Na een uur rijden parkeren we de auto net buiten de stad. Helaas hebben we geen kleingeld voor de automaat. Een Spaanse dame die te hulp schiet overtuigd ons ervan dat we niet hoeven te betalen, dat doet hier niemand.

Het is een hele klim om naar de burcht te komen. De oude trappen hebben ongelijke afstanden. Ik beken dat ik puf en hijg als ik boven ben, zeker met mijn fototas op mijn rug.

De overblijfselen van de burcht stellen niet echt veel voor, een grote binnenplaats met restaurantjes en duidelijk toeristisch ingesteld. Wat resten van de muren eromheen. Er waait een zeer koude bries. Hier vinden we het ook eco museum. De medewerkers zijn erg enthousiast. Eerst bekijken we de opgezette dieren in hun nagemaakte habitat. Welk dier kun je op welke hoogte vinden. Dan draait er een film over de Pyreneeën, met de milieu gevaren voor de dieren. Skipistes, hoogspanningsdraden waar ze tegenaan vliegen, rotzooi dat achtergelaten wordt etc. De film is in het Spaans met Engelse ondertiteling. Ik krijg het gevoel dat ze in een half uur zoveel mogelijk willen laten zien. Wat een tempo. Daarna worden we verwezen naar de vijf vogels die hier in hokken zitten. Een mannelijke lammergier met een gebroken vleugel vergezeld door een vrouwtje ooit als kuiken hier terecht gekomen. Een blinde uil met partner, die reeds meerdere nakomelingen hebben voortgebracht die weer uitgezet worden. En nog een vogel die zich heeft verstopt. Alle vogels zijn ongeschikt om te overleven in de natuur. Ik vind ze iets zieligs hebben, zulke grote beesten in zo een kleine ruimte.




Na zevenen lopen we terug richting auto. Eerst nog ergens een hapje eten. We vinden een restaurant, waar ons meegedeeld wordt dat je pas na 8 uur kunt eten. Wel kunnen we lunchen. We bestellen twee gebakken eieren, met frites en spek. Is onze buik ook weer vol en aanvaarden we in het pikkedonker de terugreis naar de camping.




De volgende dag rijden we weer de bergen in. De kleine verharde wegen dwars door de natuur zijn een uitdaging. Er is een adembenemende kloof waar we doorrijden. Prachtige rotspartijen en ook heel veel tunnels.

In het landschap zijn overal kanalen en ecoducten te vinden.






 In de amandelbomen hangen nog amandelen van verleden jaar, daar wordt je hebberig van. Plukken dus. We belanden bij een stuwmeer, maar het licht is te slecht daarom rijden we verder om s’avonds terug te gaan. Helaas hebben we ons misrekend, want de zonsondergang komt niet in het stuwmeer, maar de zon verdwijnt achter de bergen.

Nu ja de tocht was ook een cadeautje.






Als we de camping verlaten om richting de Frans Pyreneeën te gaan, belanden we in Tremp (N42.1578235 O 0.8395059) op een parkeerplaatsje tussen de bergen. Het is vroeg en we genieten van het zonnetje. We raadplegen de weerberichten om de regen en sneeuw te vermijden. Bij de Middellands zee is het weer redelijk dat wordt het volgende doel. 







We hebben Spanje achter ons gelaten het is mooier dan ik dacht. Wat in Frankrijk meteen opviel is dat de Franse Pyreneeën vol staan met wintersport chalets en hotels. Hier zie je auto’s met ski’s op hun dak.




Perpignan is te ver weg voor vandaag, we slaan van de doorgaande weg af en vinden een plekje bij Tarerag N42.6778023 O 2.5174040    

Ik loop naar buiten de nacht is prachtig met miljoenen sterren. Temperatuur rond het vriespunt. Ik was me bij de kraan achter de trailer. Lekker fris het bed weer in. 

 Misschien blijven we morgen hier om de boel weer te verkennen. 

zondag 25 februari 2024

Geen gieren, dode dieren, nattigheid en fotograferen. Maar wel rode wauw. Omgeving Alquézar.

De omgeving van Alquézar is werkelijk prachtig. Het is een heuvelachtig landschap, veel struiken, boomgaarden met olijven en amandelen en af en toe een bossage. We gaan een paar bezienswaardigheden verkennen. 

Eerst naar het Castillo de Monzon. Het kasteel is een fort van islamitische oorsprong. Omdat het op een moeilijk te veroveren plaat ligt, hebben er veel oorlogzuchtige handelingen plaatsgevonden. Het fort is meermalen veroverd.   




Fred vindt op google maps een route. Je zou op een gunstige plek moeten komen om het kasteel fort te fotograferen. Hij leidt me door zeer smalle straatjes, waar ook nog auto’s geparkeerd staan. Werkelijk millimeter werk. Als ik dan linksaf moet waar het verboden is, doe ik het niet meer en wil deze ongeschikte stad voor auto’s uit. Hij zegt vrolijk, gaan we naar de andere kant. Ja, leuk, maar waar is dat? Ik rijd de stad verder uit. Dan zien we een onverharde weg die ik inrijd. Het is een doodlopende weg en hij stop bij wat krotten en een boomgaard. We hebben zicht op de achterkant en dat moet het dan zijn. Door de wind drijven de wolken af en aan tegen een blauwe achtergrond. Gewoon wachten op het goede moment.


Als we uit gefotografeerd zijn, gaan we verder naar het Santuario de Torreciudad. Een kerk gebouwd door Josemaria Escrivà, de stichter van het Opus Dei. De kerk is in 1975 ingewijd. De aanbidding van de Maagd van Torreciudad dateert uit de 11de eeuw.




We komen hier na vijf uur aan, het avondlicht begint te schemeren. Er is een enorme parkeerplaats, een waar bedevaartsoord. Tegen 7 uur vertrekken we richting camping.

Het was een mooie dag.


We hadden de roofvogels in de lucht al ontdekt en er blijkt een vogelkijkhut te zijn een paar kilometer buiten de camping. Fred wil eerst gaan lopen, maar daar heb ik weinig trek in met een zware fototas en het feit dat de hut hoog ligt. We vinden een onverharde weg en het is leuk om de Mitsubishi op dit terrein uit te testen. De auto heeft weinig bodemvrijheid, iets om steeds rekening mee te houden. In zijn 4x4 drive trekt hij makkelijk naar boven. De motor maakt af en toe een hels kabaal, als die bijspringt om de accu op peil te houden. Heel bijzonder is dit.

We vinden een plekje langs de weg waar we kunnen staan en besluiten verder naar boven te lopen. Nog een hele klim, over een glad klein paadje, uitgesleten door een berg stroompje. 

In de vogelhut moet je de luiken open zetten, waarop de deur meteen openvliegt door de wind. De geur van een dood dier komt met de wind naar binnen. Het tocht vreselijk, de deur is niet te sluiten, een slot of haak ontbreekt. De wind is gemeen koud.  Roofvogels zijn er af en toe. We houden het na een half uur voor gezien.   




.



Vandaag is het zondag  de 25ste. Het regent de hele dag, Het terrein is het een modderpoel, we blijven binnen, om te leren over alles wat we nog niet weten. Lang leve internet op deze camping en youtube. Morgen rijden we door, het zou dan droog zijn. Waarheen is niet duidelijk, want we zitten nu in een regen gebied. We kijken morgen wel weer verder.    










donderdag 22 februari 2024

Op naar Alquézar

 De Pyreneeën zijn prachtig. De volgende dag rijden we de bergen in. Op de achtergrond de besneeuwde toppen van de hoogste pieken. We hebben een kaart met daarop een route aanduiding over de verschillende toppen. Heftige haarspeldbochten, veel stijgen en dalen. Wat is het hier mooi. In de lucht cirkelen af en toe gieren, ik hoor ook veel vogels. We vinden ergens een parkeerplaatsje en in een beekje gevormd door smeltend water, drijft heel veel kikkerdril. Echt veel, Fred graait er met zijn handen in, ik griezel ervan. Verderop vindt hij een dode ree, bah. We waren al eerder herten tegengekomen, deze heeft het niet gehaald.


.


Oloron is een middelgroot stadje. Veel levensmiddelenwinkels, een Lidl, geliefd om zijn brood en yoghurt, maar ook een spullen winkel à la Action. Ongelooflijk wat een assortiment, leuk om er doorheen te lopen. 

We zijn vijf dagen in Oloron gebleven, iedere dag een andere tocht gemaakt en genoten van de bergen. 

Net als we besluiten nog verder de Pyreneeen in te trekken, krijgen we het bericht van onze lieve buurtjes, dat we zware sneeuwval en storm kunnen verwachten. We zaten al een paar uur in de auto, dus we zijn weer omgedraaid. We hebben geen sneeuwkettingen bij ons en zware sneeuwval vind ik niet prettig. 


.




Na het raadplegen van verschillende weer apps, trekken we richting kust, die van de Costa Brava. Daar zou het beter zijn. 

We belanden in Alquézar. Het doet hier erg mediterraan aan, met bloeiende amandelbomen afgewisseld met olijven. De goudgele kleigrond is droog, met sporen van waterloopjes. Het heeft iets weg van Toscane.

We wandelen naar het stadje, dat schijnbaar een toeristen trekpleister is. Veel kleine straatjes, authentieke gebouwen, een kerk en een enorme rotswand waar het stadje tegenaan gebouwd is. Het is een behoorlijke klim, goed voor het lijf. 

Alle restaurantjes zijn gesloten tot vijf uur, dus die kop koffie wordt vergeten, het is pas drie uur. Het is even wennen, de lokale sluitingstijden. 

De komende dagen daalt de temperatuur richting het vriespunt. Zondag sneeuw. We blijven hier staan om dat af te wachten. (Voorlopig plan). Daarna zien we wel weer verder.




.


donderdag 15 februari 2024

Oloron- Sainte- Marie.

Verder naar het zuiden gaat onze reis. We vinden op de kaart een camping die La Motte heet. Hij is open en ligt in het gehucht Le Fouillioux. We komen er rond vijf uur aan. Mooie tijd om te stoppen. Hier blijven we twee nachten. Als we ons aanmelden in de “huiskamer” huilt er een baby erbarmelijk. Mogelijk was moeder net aan het voeden, het meisje is 4 maanden. Wat een stress moet dit ook voor haar zijn, klanten die binnenkomen, een baby die huilt en dan nog blijven lachen. We krijgen een plaatsje toegewezen aan het eind van de camping op zand. Dat zand vinden we later overal terug. Omdat we elektriciteit hebben, laden we meteen onze mobielen en Ipad’s op. Na een dik uur staan we, tenten opgezet, bestaande uit de luifel voor Fred, de WC tent aan mijn kant en de keuken tent. Die had ik verleden jaar gemaakt en het was weer even puzzelen hoe de dwars stok erin te krijgen was. Nu hebben we in ieder geval zitruimte achter. Tafel en stoelen erin, best gezellig. s’ Avonds kijken we een filmpje, had ik thuis al gedownload.



De volgende dag gaan we wandelen. Het weer is goed. Fred had een pad uitgezocht dat naar een riviertje zou leiden. Al snel komen we er achter dat dit niet gaat, het pad houdt op en we landen op privé terrein. Dan maar de andere kant uit, via een karrespoor. Ook in Frankrijk heeft het excessief geregend en het spoor wordt een waterige blubber spoor. Tot nu toe houden mijn schoenen het nog steeds. Alleen als het opeens erg diep wordt, heb ik natte sokken. Helaas moet ik dat bezuren met een blaar op mijn teenknobbel. Daar heb ik nu last van met lopen.


.


Onderweg komen we een boer tegen, die verwonderd is als ik zijn tractor fotografeer. Het is er echt een uit de oude doos. Hij vraagt of we herinneringen maken. Ik antwoord voor het plakboek. Mooi zo een verweerde man met een vriendelijk gezicht. 

Aangezien de volgende dag weer regen voorspeld wordt, gaan we verder richting zuiden.


s’Ochtends vroeg opstaan, cape aantrekken en de tenten nat inpakken. Ik  ben in een continue gevecht met mijn cape, die gaat een eigen leven leiden, als je bukt om een haring uit de grond te trekken of als hij op wappert door de wind. Regelmatig hangt hij voor mijn gezicht, geef mij maar een gewone regenjas. 

Na een broodje opgepakt te hebben bij de receptie zijn we weg, weer zuidwaarts.

Ik wil niet naar de kust, mij te toeristisch, maar naar de bergen. De keuze valt op Oloron aan de voet van de Pyreneeën. Er is daar een camping open. Onderweg doen we boodschappen en eten vis en chips bij de Intermarchee. Hebben we geen afwas, heerlijk. Ik zie een Decathlon en daar kopen we beide een dunne regenjas. Ben ik van die vervelende cape af. (Fred is altijd een cape favoriet geweest, prima als je rechtop staat of loopt).



Vandaag naar Oloron gewandeld. Die blaar werkt niet mee ondanks de blarenpleister. Er is hier een oude cathedraal Sainte Marie, waar we de nodige foto’s maken.






We slenteren verder, helaas trap ik in de poep. Dit vertel ik omdat buurman Arno een smeuïg verhaal wil. bij deze. 

Bij de bakker kopen we nog wat lekkers en tegen half acht retour op de camping. Het is aardig donker. Snel de foto’s bekijken en schrijven.