We hadden met een Airstream vriend
afgesproken om elkaar te ontmoeten op een camping in Horgabost. Precies aan de
andere kant van de baai, waar we stonden. De camping lag aan zee en dat is een
trekplijster in de vakantie tijd.
Op de camping veel lege caravans, van mensen
die op het vasteland wonen. De nacht is onrustig, omdat het niet echt donker
wordt is er tot laat lawaai.
Wij maken een toer over het eiland, via de “Golden
Road”. We komen langs galleries die Harris tweed kleding verkopen, niet mijn
ding, maar ook bij een pottenbakker die prachtige dingen maakt. Zijn vrouw
fotografeert niet onverdienstelijk, er hangen mooie afdrukken aan de muur. Dat
zorgt weer voor inspiratie. Ze doet alles in zwart wit, vandaar.....
Andrew heeft veel vrienden op de Hebriden.
Hij vertelt, dat zondag een zeer strikte rustdag is. Zelfs vrienden mogen niet
op bezoek komen. Kinderen niet spelen op een speelplaats en wat ik het meest
schokkend vond, dat tijdens een begrafenis de dominee alleen over de zonden van
de overledene spreekt. De kist staat zelf buiten de kerk, dus daarmee krijg je
een soort roddel gevoel. Alle leed tijdens het leven is toe te schrijven aan de
zonden, die begaan zijn. Nu dit is best heftig, als je toch al verdriet hebt,
omdat iemand dierbaar is overleden.
Via Leverburgh zijn we naar het eiland
Noord Uist gevaren. De auto en de caravan staan helemaal vooraan en met een open boot krijgt hij veel zeewater over zich heen. Bij de kade is een kraan dus eerst het zout wegspoelen. Want zout en aluminium is gewoon niet leuk.
Andrew weet een mooie vrije kampeerplaats op Berneray, een
schiereiland van Uist. Wij staan vlak bij zee op grasland. Ik heb nog nooit
zoveel boterbloemen gezien en geen toerist te bekennen. Het eiland is vlak,
heel anders dan Harris, maar heeft daardoor een eigen schoonheid. Vandaag
tijdens een wandeling horen we zoveel verschillende vogel geluiden. En als je
dan naar beneden kijkt, zie je de boterbloemen, de lisdodde, de orchideeen,
veel klaver en ga zo maar door. Koeien staan vredig te grazen en een stier doet
zijn best nakomelingen te verwekken. Wat een kolos.
De wind waait behoorlijk, echt koud is het
niet. Op een spatje na zijn we droog gebleven.