woensdag 20 juli 2016

Gevlucht voor de regen en slecht nieuws.



Weer van plan veranderd, ik werd depressief van al die grijze mistige wolken en de druipende regen. Ook melancholiek en reflecterend, me zorgen makend over mijn persoon, mijn leven en mijn doen en laten. Die ene dag zonneschijn bracht daar geen verandering in. De lol was eraf als ik eerlijk ben en ik wil eigenlijk naar huis. Omdat ik normaal gesproken een optimist ben, is dit een heel nieuwe ervaring, waar ik zo snel mogelijk vanaf wil. Voor mij is het duidelijk,  dat ik niet altijd in Schotland zou kunnen wonen, hoe prachtig de natuur ook is. Helaas is mijn slechte voorgevoel dat er iets ging gebeuren bewaarheid geworden.
We hebben de beslissing genomen een heel ander gebied op te zoeken. Eventueel onder Newcastle. Zoals ik eerder schreef zijn het de afstanden niet in kilometers, maar met een gemiddelde van rond de 60 km per uur, als we dat al halen, is 100 km een heel eind.
Bij Loch Lomond boven Glasgow is de weg erg smal en kronkelig. Aan een kant prijkt het grote meer, met een vangrail, aan de andere kant de rotsen. Ik merk dat de auto breed is, want ik zit al heel snel over het midden. Ik moet door onze lengte een bocht iets uitrijden. Een dreigend plop, plop klinkt dan van de ijzeren plaatjes op de middenberm. Er rijden volop bussen met horden toeristen in deze streek. Een tegemoet komende chauffeur waarschuwd me met knipperlicht en ik strap meteen op de rem. De weg is nog smaller. Hij staat keurig stil en ik kruip langs hem heen. Fred zegt rustig dat het verleden keer ook zo smal was, maar minder druk. Ik vraag hem een kruis door deze weg te zetten. Ik vind dit veel te vermoeiend als doorgangsroute.
We lunchen op een parkeerplaats van een meubelboulevard. We waren hier aangeland omdat de benzinetank aardig leeg begon te raken en dit de eerstvolgende mogelijkheid was in de buitenwijken van Glasgow. Met de dalende pond wordt de benzine steeds goedkoper.

We zijn doorgereden tot onder Edinburgh en zitten nu in Northumberland. De lucht is al stukke lichter met af en toe blauw, maar ook hier nog steeds een groot depressiegebied volgens de barometer. We hebben een plaatsje gevonden aan een heel klein weggetje uitkijkend over groene heuvels met schapen. Af en toe komt er een auto langs. De berm is begroeid met vingerhoedskruid, klaver, rolklaver, fluitekruid, paardebloemen, boterbloemen, paarse distels, grote varens en veel grassen. Plus de soorten die ik niet thuis kan brengen. Het zoemt van de bijen die van de ene bloem naar de andere vliegen. Eigenlijk zie ik niet veel brandnetels.
Drinkwater hebben we nog wel. Voor het zoeken naar af- en waswater lopen we de weg af naar het diepste punt, waar een piepklein stroompje loopt. Als we door een hek lopen is er een waterput, of liever iets dat erop lijkt. We vinden een stuk touw, waarmee we onze jerrican kunnen laten zakken. Het lijkt wel een ouderwets sprookje, zo water te bemachtigen. Het water is redelijk helder goed genoeg voor ons.



We hebben geen telefoon signaal noch internet signaal. Opeens rond elf uur s’avonds klinkt er een ping. Kijkend op mijn mobiel zie ik, dat we heel wat oproepen gemist hebben , die nooit doorgekomen zijn. Ik vermoed, dat er iets goed mis is. We rijden richting dorp net zolang dat er een signaal verschijnt. We worden geconfronteerd met het ongelooflijk verdrietige bericht dat onze schoonzoon is overleden. Waarschijnlijk een gesprongen vat in zijn hoofd.
Alles houd op, ik ben volledig overstuur. We zullen zo snel mogelijk naar Nederland terug moeten. We zitten te ver van een vliegveld voor een directe vlucht. Waar laat je de combi?
In de hoop iets meer info te krijgen, bellen we de reisverzekering. Die kan ook niet veel doen. Vanaf Newcastle gaat er geen vlucht volgens de hulpdienst en hoe een en ander met de caravan te regelen kunnen ze ook geen uitspraak over doen.
We besluiten eerst naar Newcastle te rijden, om te zien of we de boot kunnen omboeken. Zo niet kunnen we doorrijden naar het zuiden of de kanaal tunnel pakken.
We komen rond drie uur s’nachts in Newcastle aan en brengen een onrustige nacht door op de parkeerplaats van een Travel Lodge hotel. Veel slapen doe ik niet. Rond zeven uur de boel ingepakt en door het drukke verkeer verder gereden naar Newcastle.
Gelukkig krijgen we alle medewerking, zodat we ingeboekt kunnen worden op de boot van vijf uur.
Ondertussen vliegen de what’s apps op en neer. Een goede vriendin van Merel ondersteund haar volledig en regelt alles rond de begrafenis. Vraagt offertes aan en overlegt met haar.
Dochter Eva rijdt vanuit haar vakantie adres naar Merel, maar wordt onwel in de auto bij de Meern.
Stress en emotie eisen hun tol. Ze wordt afgevoerd naar het ziekenhuis. Wij zitten vreselijk in spanning, wat nu weer.
Rond een uur kan ik eindelijk Merel in mijn armen houden. Wat is dit enorm moeilijk.

 Voor Marcel:
Het leven is mooi en onbegrijpelijk
De dood is zwart en onbegrijpelijk.
Mijn hart rouwt.
Waarom moest dit gebeuren?



Marcel wordt zaterdag gecreemeerd.

donderdag 14 juli 2016

Campsite Faichemard Farm, 20 km van Fort William


We hebben twee nachten doorgebracht op een layby langs de weg van Broadfort naar Inverness bij een stuwmeer genaamd Loch Cluanie. We hadden dit plekje verleden jaar al ontdekt en aangetekend op de kaart. Het weer was zonnig en ik had geen zin om verder te rijden.


Ik begin al het autorijden zat te worden, want over 100 km doe je zeker twee uur, met de  caravan achter de auto. De wegen zijn smal en kronkelig. Af en toe moet je uitwijken op een single track road.  We stoppen af en toe voor koffie of om van het uitzicht te genieten.


Toen we vertrokken en net de caravan aangehaakt, brak de hendel van het neuswiel af. Gelukkig stond de caravan al op de trekhaak, want zonder neuswiel doe je niets. Dit is dikke pech en beiden hebben we de smoor in.
Een deel van de hendel blijft hangen in de contramoer, die ervoor zorgt dat het neuswiel wordt vastgezet. Met enig gewriemel kunnen we het neuswiel verwijderen, waardoor we kunnen rijden. Ondertussen zijn de midgets ook wakker geworden door het zonnetje. Ze zoemen lustig rond ons heen en kriebelen giga.
Vraag blijft echter, hoe haal je een caravan van 1700 kilo en met een neuswiel druk van meer dan 100 kilo van de trekhaak?
We besluiten naar een camping te rijden en van daaruit onze plannen te herzien. Als we de voorkant kunnen liften met behulp van een steen en een krik, is het misschien mogelijk de caravan los te koppelen.

Foto Fred

Als het zonnetje schijnt en het is koffie tijd, gaat Fred aan de slag om het resterend stukje schroefdraad te verwijderen. Hij boort twee gaatjes in de moer en met behulp van een schroevendraaier lukt het om vatting op het stukje te krijgen en het te verwijderen. Dat is alvast een opluchting.
We hopen ergens een stuk draadeind te kunnen kopen. Als je daar een moer opzet zijn we voorlopig gered en kunnen dan het neuswiel weer aandraaien.
Langs de weg ligt een kleine camping, alleen toegankelijk voor volwassenen.
Als we de camping zien,  spreekt de plek me bijzonder aan. Het is een oase van rust, zeer goed onderhouden, met terras gewijze plekjes. In een meertje bloeien de waterlelies.



Fred loopt naar de hooggelegen receptie en ik zoek driftig naar stenen of een stuk hout.
We leggen het probleem voor aan de jonge eigenaar, die zegt dat hij mogelijk wel iets heeft in de schuur van zijn vader.
De schuur is een kopie van de stal waarin Fred zijn rommel bewaard. Een bende zeer herkenbaar.
Tussen de doosjes, kapotte ventilators, stukken snoer, banden, oud ijzer, een halve verwarming en ander gereedschap vindt hij het draadeind en twee moeren. We zijn gered.
De bankschroef doet dienst om het draadeind om te buigen, zodat we ook een handvat hebben.
Een en ander is redelijk snel op maat gemaakt. Is dat een geluk bij een ongeluk. Wel moet er ooit een andere hendel gekocht worden, want dit draadeind heeft niet het eeuwige leven.
Ik vraag nog naar de midgets hier, want het is wel het gebied. De eigenaar vertelt, dat hij zeven vallen heeft staan van een Zweeds makelij. In de vallen zit een lokstof, de midgets worden ernaar toe gelokt en vervolgens gedood. Hij gebruikt de dode midgets in vetbollen om ze te voeren aan de vogels. Iedereen blij.
Vandaag naar Fort William gereden, dat zo een 25 km hiervandaan ligt. Ik had er meer van verwacht, omdat het een oude garnizoensplaats is. Het is een klein stadje, met een winkelstraat. In de winkelstraat veel euroshoppers en outlet stores. Het is ook overal hetzelfde. Verder waren er drie sportwinkels met 50% reductie. Ik koop er twee paar wandelsokken.

Na een kop koffie en de benodigde huishoudelijke boodschappen, rijden we weer terug.




We blijven nog een dag hier, morgen wordt regen verwacht. Daarna verder richting zuiden. We hebben ons plan bijgesteld, we blijven aan de west kant, want het regent in het hele land en deze kant kennen we niet. De oostkant hadden we op de heenweg al gedaan en ook in de voorafgaande jaren.

maandag 11 juli 2016

Skye 9 juli 2016,


We gaan rustig verder met onze ontdekkingstocht over Uig. Uig bestaat uit drie delen, het Noorden met veel weidegronden, het zuiden iets meer geaccidenteerd verbonden met Eriskay een rotsberg en één rondweg. Het midden Benbecula is een eiland verbonden door bruggen. Hier is het land laag, meren en lochen.
Er zijn op Uig veel weggetjes, die allemaal richting zee lopen en waar een mooi landschap zich ontwikkeld. De bodem is nat, veel veengrond. Het veen wordt gestoken en gedroogd en dient als verwarming van de huizen. Bossen zijn er niet en je moet wat om te kunnen stoken. Het eiland is arm, jonge mensen gaan naar het vaste land om te studeren en daar een toekomst te creëren. In de meren zijn bloeien witte waterlelies. Uit de wortels werd een zwarte kleurstof getrokken om de wol voor de Harristweet zwart te kleuren. Het oogsten van die wortels was een gevaarlijke klus, omdat men niet wist hoe diep het loch was en wat de onderstroom is. Aan de oost kant van het eiland zijn bergen, waar geen weg doorheen gaat. Hier lopen ponneys rond, ze doen aan shetlanders denken. Het zijn brutale rakkers. Ze bedelen bij het raampje, een staat pontifikaal voor de auto. Ik geef hem toch een duwtje met de bumper, verongelijkt gaat hij opzij.





Het regent en miezert de hele dag, ik ben blij met mijn waterdichte jas. Als ik een diepe plas wil ontwijken door over gras te lopen, zak ik diep weg in  het veen. Een goede zijkert is het resultaat en een aardig natte broek. Dat ik nat ben, allah, maar hoe krijg je je schoenen weer droog als het zo regent? Eerst maar naar huis gereden, want ik heb geen zin om met knetsnatte sokken en schoenen door te lopen, zeker niet omdat het flink regent. Ik zet de schoenen bovenop de ketel van onze boiler in de hoop dat ze drogen. Omdat het niet echt opschiet, dan maar in de verwarmde oven. Dat werkt iets beter en morgen zien we wel weer verder. Ik heb nog een paar hoge wandelschoenen bij me, daar red ik het wel mee.
De volgende dag wordt het s’middags warm. De wolken verdwijnen en de zon komt tevoorschijn. Hallelujah. We halen de stoelen uit de auto en zitten buiten. Het is de eerste keer dat we buiten kunnen eten. Rond zeven uur komen de wolken weer langzaam aandrijven. Dat beloofd een prachtig avondrood boven zee.
 Er zijn zoveel vogels op het strand er is hier verder niemand. Prachtig is dat.




Onze boot naar Skye vertrekt op 9 juli om kwart over vier, tijd genoeg  om rustig in te pakken en naar de haven te rijden. Het regent de hele dag en het houdt voorlopig niet op. De wolken hangen laag, grijs en grauw. We zijn erg op tijd bij de haven, de boot is er nog niet en we lopen Lochmaddy in. Het havenstadje is klein. Er is een winkeltje, een cafee met internet, toerist information en wat huizen. Rond de haven lopen mannen met gele hesjes voor de controle van de kaartjes. Ze zeggen in welke rij je moet gaan staan en dan begint het wachten. Omdat het nog steeds regent is een boek een welkome afleiding.

De overtocht is rustig. Het is een redelijk grote boot, met een shop en koffie corner. Je kunt er whiskey en bier kopen. Ik vraag me af wie daar behoeft aan heeft als je nog moet rijden.
Wij weten dat bij de haven in Uig, onze aankomstplaats, een camping is. Omdat het al na zes uur is besluiten we de nacht daar door te brengen. Verder wil ik gebruik maken van de wasmachine en droger.
De eigenaar herkent ons van vorig jaar en is helemaal verliefd op een Airstream.  Afrekenen gaat contant zonder bon.  Fred komt erachter dat we te weinig cash geld hebben we missen twee pond. De campinghouder vertelt dat er bij de pomp een pinautomaat is. Nadat de caravan staat rijden we erheen, we moeten toch tanken. Helaas heeft de cashmachine geen geld meer en de juffrouw van het bijbehorende winkeltje weigert om extra geld te pinnen. Wat nu? We stoppen bij het restaurant en ook hier nul op het request. Schoorvoetend en opgelaten naar de campingbaas, die niet eens verbaasd is, dat er geen geld in de automaat is. Kom volgend jaar maar betalen als jullie weer hier zijn, is zijn antwoord.
Ook de wasmachine en de droger zijn nu buiten ons bereik, maar het zou morgen mooi weer worden volgens de eigenaar. Als we vroeg opstaan, kunnen we zelf wassen en omdat we toch niet ver rijden, het buiten laten drogen. Dus draai ik vier wassen in ons miniwasmachientje, dat alles erg goed schoon krijgt. Fred spoelt alles uit. Ik hang alles aan hangertjes en dan verder inpakken en wegwezen. Maar vertrouw nooit het Schotse weer, want het is nu al de hele dag nat. De was hangt nu in de caravan te drogen boven de ventilatie gleuven van de kachel. Het dak open voor het vocht. Eigenlijk hadden we nog iets langer op Skye willen blijven, maar als het blijft regenen is daar weinig lol aan te beleven.


We hadden een plekje op de kaart uitgezocht, maar die voldoet niet aan onze verwachtingen. Was is wijsheid, veel campings zijn hier niet. Doorrijden dus over de enige hoofdweg die Skye rijk is. Uiteindelijk vinden we een plaatsje op een parkeerplaatsje aan een zeearm, maar wel langs de weg. Na half negen is die helemaal verlaten. Het valt op dat hier veel meer toerisme is. Mensen springen uit de auto en maken een foto met hun smartphone en rijden weer verder. Ik vermoed dat ze niet eens weten waar ze zijn.  


Bij de winkel in Broadfort is er een WiFi signaal en we zien dat het weer aan deze kant van Schotland slecht blijft. Veeeeeel regen en daarom nu spontaan de beslissing genomen naar de overkant te rijden, richting Edinburgh. Het is heerlijk onafhankelijk te zijn en je plannen ter plaatse aan te kunnen passen. Misschien hangen we wel nog een tijdje in het binnenland rond, wie weet. Onze slogan: Niets zo veranderlijk als twee pensionados met een Airstream komt weer eens uit.

woensdag 6 juli 2016

Cairinis Uist,


Op 29 july begint de gathering op camping Moorcroft in Cairines. Dit gedeelte van Uist is vlak met heel veel zoet en zoutwater meren. Volgens de Airstream traditie wachten we elkaar op, om zo in convooi naar de camping te rijden. 


Een paar mede campeerders hebben een drone, die wordt ingezet voor luchtopname. Aangezien wij als laatste rijden kan Fred mooi een overzichtfoto maken.
Als iedereen is bijgekletst en geinstalleerd, keert de rust weer. We spreken elkaar verder bij het grote kampvuur in de avond.

Ik maak handig gebruik van de wasmachine, zodat alles weer schoon is. Drogen blijft lastig in dit zo veranderlijke klimaat. Werkelijk om de 20 minuten kun je ander weer  verwachten. Iedereen komt naar buiten als de zon schijnt, ondanks het feit dat wij het nog best fris vinden en gaat weer naar binnen bij regen. Net een koekoksklok met weermannetjes.
Het is super gezellig en we wisselen veel wetenswaardigheden uit. Het vuur is warm en de sfeer goed. We ontmoeten nieuwe Airstreamers, leuk is dat. Jonge mensen die er bewust voor kiezen om geen hectisch leven te leiden. Er is een stel jonge 40ers, die een oude Airstream hebben opgeknapt. Ze verhuren hun huis voor de inkomsten en hij werkt op onregelmatige basis voor een paar klanten in de IT.
Crea Bea.

Een ander stel heeft een app ontwikkeld. Ook zij kunnenmobiel hun inkomsten vergaren, want als je op een goede camping staat, heb je internet. Zij kiezen de camping erop uit, al blijfthet hier op de eilanden lastig. Onze voorkeur gaat niet uit naar een camping maar naar de rust en de ruimte van de vrije natuur.

Bij de camping is vlakbij een natuurreservaat, met heel veel vogels. Jonge sternen worden gevoerd door hun moeder, tenminste als ze de kans krijgen. Op het moment dat zij een visje in haar bek heeft, duiken de andere sternen op haar af om het lekkers af te pakken. Het geeft heel wat gekrakeel door vader stern en de belagers. Ik zit bijna een uur stil op een steen en bekijk het geheel ademloos. Kom je onbewust te dichtbij bij hun nest, dan scheren ze rakelings over je heen en maken een klepperend geluid. Paniek alom.


Vrijdag morgen zijn we door Monica en Harald getrakteerd op een Bavarian breakfast. Weiss Wurst, Pretzels en bier. Super.
Gisteravond naar een oude ruine gereden om wat avond foto’s te maken. Toen we thuis kwamen hebben we ons weer aangesloten bij het kampvuur met een glas wijn gevolgd door whiskey. Echt Schots.
Op zaterdag avond gaan we met zijn allen eten in de lokale pub. Het eten is zozo, maar de gezelligheid maakt veel goed. Het toetje echter is super. Fred heeft een stickie coffee puding en ik warme almonds pudding, samen met een bolletje ijs. We zullen maar niet aan de calorien denken, want het Airstream leven is toch al zo lijn onvriendelijk. Groenten zijn moeilijk verkrijgbaar en vaak van slechte kwaliteit. In de supermarkt vind je peen en kool, soms sla en tomaten. Alles moet geimporteerd worden. Whiskey vind je overal maar daar wagen we ons niet aan. Fred zegt: ”stel dat wij het lekker vinden”.
Ik ben dol op appel cider en Fred neemt regelmatig een lekker biertje. Ja het camping leven is goed.
Vandaag afscheid genomen, ieder gaat zijn eigen weg. De ene naar het zuiden de andere richting huis. Er werd een traantje weggepinkt, zo gezellig was het wel. -Partir c’est mourier un peu-, zoals mijn moeder placht te zeggen.

Wij staan nu halverweg Uist aan het strand. De zee komt op en rijkt bijna tot de caravan. Vogels vliegen af en aan, we zitten eerste rang, de kijker in de aanslag om alles te volgen. En dan zien we opeens een zeehond zwemmen en nog een. De kopjes gaan op en onder, ze zijn schijnbaar aan het jagen. s’Avonds bij laag water trekken we erop uit. We zien otters die aan land komen om te spelen en te rusten. We staan in een eeuwenoud landschap. Overal zie je restanten van nederzettingen. 

Waar wij nu lopen hebben ooit mensen gewoond. De plek is er goed voor. Het is nu een verlaten oord.
Vogels vliegen af en aan en kwetteren, ongerust als ze zijn door ons als indringers. De golven van de zee vormen een constant achtergrond koortje. Het zeewier ruikt sterk naar zee en zilt. De zon gaat onder en wij voldaan naar ons bed.

Helaas nergens internet dus naar de kroeg uitgeweken. Nu eindelijk signaal.