Na een lange tijd blog-stilte heb ik de draad
weer opgepakt. Door een niet meerwerkende knie zijn onze reisplannen van dit
jaar in het water gevallen. We zullen onze reis naar het verre Noorden
voorlopig moeten uitstellen.
Vorige week toch de caravan ingepakt.
Eigenlijk had ik geen zin, maar een bestelling van een paar sandalen, die naar
de camping verzonden zouden worden, gaf de doorslag. Ik had op zaterdag een
workshop in Emmeloord, daarom werd de kampeerplaats in het Noorden gezocht. Het
werd Belt-Schutsloot in de Weerribben.
Tijdens de workshop heb ik weer mijn
fotografisch hart kunnen ophalen. De eerste resultaten gepost op facebook.
Zondag zijn we richting Giethoorn
vertrokken. Het was daar een toeristisch gekkenhuis volgens ons, maar volgens
het bedienend personeel van een café, was het rustig. Men liep in file langs de
grachten. Alle nationaliteiten kom je tegen, de Japanners voeren de boventoon.
Zelfs de aankondiging van “koffie met gebak” stond in karakters.
In de grachten een lange stoet van motor
sloepen, kano’s en andere kleinere vaartuigen. Ik herinner me Giethoorn van 30
jaar geleden als een rustig dorp. We hebben zelf vaak genoeg hier gevaren. Ook
op de meren is het enorm druk. In de havens liggen de meest mooie jachten en
motorboten. Nederland arm????
Wij vluchten letterlijk weg. Terug naar de
camping met 20km in de benen. Niet slecht gezien mijn conditie en de
temperatuur.
Vandaag, maandag is het een stuk rustiger
op het water en met toeristen. Een fietstocht brengt ons naar Zwartsluis. Het
is hier waterland. Ook hier een drukke haven, maar op de meren is het stil. In
de vaarten liggen boten, waarop men recreeert. Ik krijg het camping idee
hierbij. Moeder heeft de grote witte onderbroeken van papa buiten hangen. Pa
zit uitgeblust in de stoel in de schaduw. Met een tropische temperatuur niet zo
gek.
Zwartsluis |
We gaan op een terrasje zitten en genieten
van een ijsje. Bij de caravan gekomen zit er toch weer een kleine 15 km op.
Mijn knie vindt het niet helemaal leuk. De plaatselijke fanfare is aan het
oefenen. We zien ze langs een weiland marcheren, waar een paard rustig staat te
grazen. Het beest is onder de indruk van de muziek. Spitst zijn oren en maakt
een paar bokkesprongen. Hij gallopeert door de wei, bokkend en stilstaand. Oren
naar voren en hup nog een rondje. De fanfare marcheert verder, hij wil meer,
dus nog maar een rondje in galop. Met gespitste oren kijkt hij ze na en je
voelt hem denken: ‘dat was gezellig, leven in de brouwerij’. Jammer dat het
afgelopen is, zo vermakelijk.
Morgen worden de zonnepanelen in Ravenswaaij
geplaatst. We rijden op en neer. Kan ik een wasje doen en de eerste kersen
plukken. Wij realiseren ons dat we verwend zijn met ons stekje daar. Zeker in
het weekend bekruipt mij het gevoel, wat doe ik hier tussen de drukte terwijl
het thuis zo rustig is. Het enige voordeel is, dat je hier niets hoeft. Het
huishouden stelt niet veel voor. Dat kan ik thuis niet zeggen. Waarschijnlijk
houden we het dit weekend voor gezien.