woensdag 23 mei 2018

Liverdun naar huis

We hebben de smaak van het vrijstaan te pakken. Ons enige probleem op dit ogenblik is water. De watertank is leeg tot op de bodem. We stoppen bij een supermarkt om water te kopen. 50 liter elf Euro. Dat is waanzin want daarvoor staan we ook op de camping met elektra en vermijden het risico van een bon. Het water wordt teruggezet. In onze gids zoeken we naar een camping. Het wordt Liverdun een heel oud plaatsje uit de middeleeuwen gebouwd tegen de bergen. 



Napoleon was er ook.

In Liverdun is nog een echte wasplaats, zoals ik uit mijn jeugd nog ken, toen wij in Frankrijk gingen kamperen en mijn moeder daar met de hand de was deed. Sweet memories, wij mochten helpen met het uitspoelen van de was. De wasplaats is afgesloten en wordt nu gebruikt voor tentoonstellingen. 


We krijgen te horen, dat er in het weekend een middeleeuws feest is. Iedereen komt verkleed en ze verwachten 6000 mensen. Op de avond ervoor is er een concert van Acus Vacuum, een Belgische band, met trommels en twee middeleeuwse doedelzakken. Ik houd van trommels in de buitenlucht het klinkt lekker tussen de gebouwen. Machtige instrumenten.  Hier gaan we heen.



Daarna een optreden van drie dames die met vuur dansen. Het is mij ontgaan wat ze uitbeelden. Ik geloof een denkbeeldige oorlog, want er wordt een ijzeren paard in vlammen gezet en rook geproduceerd. Het geeft mij in ieder geval een gave foto. 


Het grote feest morgen houden we voor gezien. 6000 mensen in een klein dorp is ons teveel. Op naar huis, via Luxemburg door de Ardennen.  Rond negen uur rijden we het erf op. Het zit er weer op.

donderdag 17 mei 2018

Blyes, Pupillin en Chemily,



We willen via Luxemburg naar huis rijden en verlaten daarom de péage net achter Lyon om richting Beçanson te gaan, om via Nancy en Metz naar Luxemburg te komen. Dit impliceert wel, dat we door Luik moeten, maar wie dan leeft dan zorgt. Op ons mobiel staat een app, die alle leuke potentiële camping plaatsen aangeeft in de vrije natuur. Dat kunnen officiële camper plaatsen zijn maar ook parkeer gelegenheden langs de weg of bij een restaurant of picknick plaatsen. Vooral de laatste soort is voor ons interessant, omdat je als caravan eigenaar niet op kamperplaatsen mag staan (officieel). Niet dat we ons daaraan altijd houden, maar toch. 
Aangetrokken door een interessante beschrijving van een picknick plaats bij Blyes rijden we daarheen. Het is een oude camping municipal, die nu gesloten is. Helaas staat er een bord niet kamperen, dus dat wordt het niet, maar een stukje verderop is een parkeerplaats, dat we als ons plekje bestempelen. De rivier is vlakbij en het gebied nodigt uit tot een wandeling. Water hebben we genoeg voor de nacht.  We maken een heerlijke wandelingen zonder al te veel obstakels door een prachtig ongerepte natuur. 
Het is ons al eerder opgevallen dat er weinig hommels zijn, we komen er slechts af en toe een paar tegen. Mijn poging de hommel vast te leggen mislukt. Hij is sneller dan ik, leeftijdskwestie.

Na weer een paar honderd kilometer gereden te hebben, komen we in Pupillin. Ook zo een plaats waar je nooit komt. Het ligt in de wijnstreek van de Jura. 







Overal zijn wijnboerderijen. Het landschap is heuvelachtig. Als we gaan lopen is het zwaar bewolkt. We gokken erop dat we droog thuis komen, maar helaas weer een bui die ons wenst te omarmen. We zijn geliefd bij de regen. 



De picknick plaats van Pupillin kijkt uit over een dal met wijnstokken. Er staat een barbecue en een rond houten hutje als uitkijkpost.  Wat jammer, dat het weer niet meewerkt, het is erg mooi. Als het zonnetje zich heel even laat zien, maken we snel een foto.




’s Avonds, als de mist opkomt en het landschap kleurt door de ondergaande zon nog een poging. Daarna breekt een hels onweer los en zijn wij blij, dat we binnen zitten. Omdat we nu zonder stroom staan, kan ik niet veel foto’s bewerken.  Als de accu teveel daalt, komt Fred in paniek en moet alles uit. Nu ja het is niet anders. Ik ga maar een boek lezen. Ook internet is aan banden gelegd, door ons mobiel gebruik. Van mijn provider heb ik al een keer een waarschuwing gehad dat ik teveel data gebruik. Ze dreigen dan met het sluiten van je abonnement. Niet handig. 
Normaal wordt de accu van de caravan via de constante stroomdraad van de auto gevoed. Ook de koelkast werkt via deze draad. Om de een of andere reden geeft deze draad slechts 8 volt af i.p.v. de vereiste 13 Volt. D.w.z., dat de koelkast niet werkt onderweg. Niet zo een probleem, want we hebben niets in de vriezer en voor de rest blijft het toch wel koud. We houden er rekening mee met de boodschappen. ’s Avonds gebruiken we gas en dan wordt alles weer goed koud. Ook de zekeringen, die we nagekeken hebben zijn in orde. Een puzzel voor de garage als we thuis zijn.

Vanmorgen regende het weer, daarom is het hier vast zo prachtig groen. Tegen tienen rijden we weg. De dorpjes zijn erg leuk en zo echt Frans. Een heel andere bouw dan een Nederlands dorp. Straks in België is het weer anders. Helaas zijn de bakkers minder dik bezaaid dan gehoopt. En als er eentje is, kunnen we niet parkeren met onze combi. We zijn erg lang, bijna 12 meter. Uiteindelijk vinden we een supermarché, die niet al te groot is. De grote supermarkten zijn leuk, maar kosten zoveel tijd. Rond half twee is het heerlijk zonnig weer en stoppen we voor vandaag. Slechts 112 kilometer op de teller. 




We staan nu in Chemily (picknick plaats) naast een ommuurde burcht aan de Saône. Dat nodigt  uit voor een wandeling langs de oever, die totaal dichtgegroeid is met bomen. Fred heeft lange benen en stapt er zo overheen. Als het hoger is dan 70 cm , is het voor mij een klus, zeker op de schuine oever met glibberige modder.  Mijn broek ziet bruin en groen van de bomen. Lijkt wel of ik incontinent ben. 


In ieder geval is het heerlijk genieten hier, met de vogels op de achtergrond het water dat langs stroomt, de wandelaars, die ons nieuwsgierig bekijken en de rust die er heerst.
Nog 750 kilometer te gaan. Het wordt tijd voor de kapper, schonen kleren en alles moet eens goed drogen. De badkamer ruikt vochtig en dat stinkt, ondanks het feit dat ik zo snel mogelijk het raam open zet. 

maandag 14 mei 2018

Vallée d’ Eyne, Gorge de Segres en op weg naar huis.



De volgende dag zijn we erg nieuwsgierig naar wat deze vallei ons te bieden heeft. We gaan eerst naar het VVV van Eyne, die helaas pas over een paar dagen open gaat zoals blijkt. Dan maar op de bonnefooi. We rijden tot het skistation van Eyne volgens google maps en hopen zo de vallei te kunnen bereiken. Ondertussen is het gaan regenen. De vallei zou iets van 6 kilometer verderop liggen en vol goede moed lopen we tegen de berg op. Het eerste deel valt nog mee het tweede deel is een rode ski-piste. Er ligt nog sneeuw her en der. Het zachte regenen is opgehouden er vallen dikke druppels en het onweer ratelt in de lucht. Dit wordt helemaal niets, we keren om. Koud en doornat komen we bij de camping aan. We hebben altijd een kacheltje bij ons. De jassen en tassen gaan onze badkamer in, de kachel aan. Dat droogt wel weer.





De volgende dag is het weer iets beter. We ondernemen een nieuwe poging, maar nu via de aangewezen route. Een zeer smal wandelpad kronkelt zich vanuit het plaatsje Eyne naar boven. We ontmoeten de nodige stenen, waar we weer overheen klauteren. Niet echt een voetpad naar de hemel. Maar we houden vol, ondanks het feit dat het weer regent. We zien wel bloemen,  maar niet de beoogde pracht. Het is gewoon nog te vroeg. Een paar dagen later verteld de VVV juffrouw ons, dat we in juni/juli terug moeten komen. Helaas. Na meerdere uren lopen houden we het voor gezien.  Dag vallei, tot betere tijden.
Estavar ligt vlak bij de spaanse enclave Llivia. Je kunt er te voet heen voor de boodschappen. Het is er super Spaans, gelukkig spreken ze wel Frans, anders hadden we de hele super niet gevonden.  



Na een rustdag ondernemen we een tocht naar de Gorge du Serge. Het is prachtig mooi, de weg loopt tussen de geweldig imponerende stijle bergen. Er wordt hier ook geklommen. Naast ons stroomt een rivier, met veel lawaai. Het water kolkt en draait rond de stenen, een witte watermassa  werpt zich het dal in.  Wat een natuurkracht. 



Op de rotsen strijden planten om een plaatsje. Steenbreek, maagdenpalm, bosviooltjes zie ik en witte bloemen, waarschijnlijk grootbloemige muurbloem. Een plek om van te genieten.


Het VVV is inmiddels open en we krijgen een wandelroute door de bergen aangeprezen. Mooi gaan we doen. Eerst via een koeienpad richting bergtop en dan naar beneden, om weer bij de auto terug te keren. Wij zijn super sterk in verdwalen, gelukkig komen we er deze keer wel uit met behulp van onze mobiel. Toch handig, dat je simkaartje nu ook in het buitenland geldig is.  Tot onze vreugde vinden we zomaar gentiaan en milka koeien. Dat was gewoon leuk zonder al te veel hindernissen. Mijn conditie blijft gewoon prut, maar het is niet anders.


Milka koeien

Ja en dan komt toch de dag dat we weer terug moeten. Het weer belooft alleen maar slechter. Ik zie dat de temperatuur drastisch daalt. Het onweert en bliksemt boven de camping, grote hagestenen komen naar beneden. ’s Nachts hoor ik geluiden die ik niet thuis kan brengen. ‘s Ochtends is de wereld wit en het geluid komt waarschijnlijk van afschuivende sneeuw. Fred rekent af bij de camping mevrouw, die zit te bibberen in haar hokje.
Geen kachel aan en zo koud. Ze mompelt iets over de sneeuw, maar de echte inhoud van haar verhaal is voor Fred onduidelijk. 




Terug rijden we door de Pyreneeen Het is onwerkelijk mooi. De bergen met de verse sneeuwlaag als poedersuiker rond de bergstructuren. De wegen zijn schoon het wintersportgevoel is daar met de zon en de blauwe lucht. We stoppen regelmatig voor een foto. 
Als we in het binnenland langs een wijngaard komen waar een plekje langs de weg is stoppen we. Kunnen we nog een beetje lopen. 


Vandaag was een echte verkeers-rampen dag. Het blijkt dat de Franse spoorwegen staken en het is zo vreselijk druk op de weg. Eindeloos zitten we in de file. Montpellier zit vast, Nimes zit vast en ga zomaar door. Dit is niet leuk. Ondanks het feit dat we de hele dag gereden hebben zijn we maar 250 kilometer op geschoten. Doodmoe vinden we rond half zes een camping. Een echte min-dag.


zondag 6 mei 2018

Rond Olot en Vulkanen



De volgende dag gaan we wandelen in het “magische” bos, zoals de gids op de parkeerplaats het bos,  aan de voet van de vulkaan, aanprees. Het is een heel oud bos. Het pad is bezaaid met stenen, af en toe wel erg grote. Fred trekt de bolderkar. Echt handig is het niet,  we hadden niet op die stenen gerekend. De wielen blijven haken, iedere keer dragen we hem dan verder. Gratis fitness training. Het bos is oud en groen. Dicht begroeid met weinig open plekken. Het kan dan wel magisch zijn, Joost mag weten waarom,  het bos is zo bos, dat ik er bijna depri van word. Mogelijk is dat de magie. Als er na drie kwartier sjouwen geen verandering komt, draaien we om. 
De volgende dag gaan we weer richting El Mallol, als je niet het dorp ingaat, maar doorrijdt  richting San Brivat d’en Bas,  kom je in de uitlopers van de Pyreneeën.  Fred wil bergstroompjes fotograferen. Op de heenweg rijden we langs een veld vol bloeiende klaprozen. Stoppen voor een foto. De titel van een oude film ,Dokter Polder zaait papavers, schiet in mijn gedachte. Wat een pracht en een overdaad. 










Nadat we de auto geparkeerd hebben gaan we dapper op weg. We lopen langs de rivier de Fluvia, langs een boerderij. Een oude man zit op een bankje te roken, typisch plaatje. De machinerie staat op het erf kleurig in de zon. De rivier stroom veel lager, de bedding is stijl. 
Het pad kronkelt naar boven en gaat over in vier boomstammen, die over de rivier, diep onder ons, liggen. Ik dacht kom op Ien, je kunt het, ga die uitdaging aan. Ik worstel me geestelijk naar de overkant. De cameratas op mijn rug is zwaar. Moet je dit nog doen op je bijna 70ste? Kinderen zullen erom lachen en als vrolijke veulens over de stammen balanceren. Ik haal de overkant en bedenk dat ik zeker zo niet terug ga. Het pad wordt bijna onbegaanbaar en we houden het voor gezien. Ik ben niet meer over de stammen teruggegaan, maar heb een klauterpartij over de rotsen ondernomen. Gewoon op je gat gaan zitten en dan een steen lager kunnen bereiken. Die blijken af en toe verraderlijk los te zitten. We komen heelhuids aan bij de auto. Het was mooi daar. 

Volgende tocht is de vulkaan.  Aan het begin van de wandeling is een parkeerplaats waar het  druk is. Het wandelpad is breed, veel dagjes mensen klauteren naar boven. Vrolijke gezichten, als ze naar beneden lopen. De bomen staan dicht op elkaar. Het is een kwestie van niet nadenken en je ene voet voor je andere zetten. Je komt dan vanzelf boven.  Helaas ook geen doorkijkjes naar de onderliggende weilanden. Je leert wel het landschap lezen met de vulkanen, die zich spits afsteken tegen de achtergrond en de tussenliggende weilanden.  Ver aan de horizon liggen de bergen van de Pyreneeën. 
Boven aangekomen gaat er een trap stijl naar beneden. De oude kraterbodem. Stel dat voor als een enorm groot grasveld. Er staat een kerk op en het lawaai van spelende kinderen galmt in je oren weerkaatst tussen de wanden. Overal zie je groepjes mensen zitten, genietend van de zon. Wij besluiten niet naar beneden te gaan, weilanden kennen we  van thuis, maar verder langs de kraterwand te lopen in de hoop een overzicht te kunnen zien. Helaas is alles te dicht begroeid. 



Op 5 mei rijden we naar Santa Pau een heel oud dorp gebouwd als een burcht in de bergen. Het ligt slechts 10 kilometer van ons vandaan.  Als we weg willen gaan is Fred zijn portemonnee kwijt. Hij weet zeker dat hij ergens moet zijn. Dat wordt zoeken want zijn rijbewijs zit erin en zonder rijbewijs mag je niet rijden. Zo simpel is dat. We keren de hele caravan binnenste buiten. Ik zoek in de koelkast, de wasmand, de kleding kasten. Fred informeert bij de balie en haalt de auto overhoop. Het stomme ding blijft onvindbaar. Onze tassen worden meermalen uit elkaar gehaald, bakken met opladers en boeken overhoop en dat terwijl de de vorige dag niet veel hebben ondernomen. We zijn  wel gaan wandelen, maar ik weet zeker dat hij zijn portemonnee niet bij zich had. Ik geef het op en we rijden naar Santa Pau.  Het dorp is prachtig oud. Gewoon zo uit de middeleeuwen gestapt. Echt de moeite waard. Om er te komen moet je de stadsmuur door een klim van honderden meters. Mensen moeten hier goede kuitspieren kweken.  In de hoge huizen zijn appartementen, de moderne tijd verraadt zich als iemand op zijn balkon internet probeert te vangen.  De toegangspoort is gekronkeld om de vroegere vijanden buiten te sluiten. De markt vierkant met eethuisjes en bloembakken. Kleine staatjes. Leuk. Ik houd wel van de bouwwijze die ze hier hebben, de grote stenen tussen het cement. Ziet er allemaal solide uit.








Op 6 mei besluiten we te vertrekken richting Frankrijk.  De auto is ingepakt. Helaas heb ik niet in de gaten, dat onze pot erg vol zit, hetgeen resulteert in een ware overstroming. Ik zal details besparen, maar aangenaam is anders. Dweilen om te zorgen dat een en ander niet onder kasten verdwijnt, is de enige remedie. Als ik denk alles schoon te hebben blijft het ruiken. Fred zegt waarschijnlijk ligt het onder de grondplaat, die schroeven we er ook af en ja hoor nog meer…. Nu ja de vloer is nog nooit zo schoon geweest. Bij het aanhaken van de caravan wipt de gele banaan, waarop een wiel staat om hem hoger te zetten omhoog en zet zich klem tussen de mover en het wiel. Fred doet een dappere poging hem uit te graven, want we kunnen de auto niet voor de caravan krijgen. Lukt niet echt het opkrikken van het wiel is de enige mogelijkheid.  Het gaat lekker vanmorgen, als je vroeg weg wilt,  want zoiets kost allemaal tijd. Nu ja eind goed al goed en tegen twaalf uur rijden we weg. Het goede nieuws is dat Fred zijn portemonnee terugvindt aan de zijkant van zijn fototas, waar een ongebruikelijke bobbel zat.  



De tocht over de Pyreneeën is prachtig ondanks de aanhoudende motregen. Wat ben ik blij de bergen te zien, ik mis onze jaarlijkse wintersport.  We stijgen tot 1900 meter en hebben af en toe prachtige vergezichten. Ik word er vrolijk van. Opschieten doet het natuurlijk niet met al die haarspeldbochten. Af en toe hebben we een lange sliert auto’s achter ons ook al is het betrekkelijk rustig op de weg. Motorrijders zoeven ons als vliegen voorbij. Hele slierten af en toe die schuin de bochten doortrekken. Je hoort ze vaak niet en zijn er voordat je het weet. 
Ik laat ze vaak passeren als het mogelijk is, maar ze hebben altijd haast schijnt het. Wat is de lol ervan om zo snel mogelijk aan de overkant te zijn en niets te zien van al het moois om je heen?

Estavar.
We rijden door naar Estavar, een camping aan de Franse kant van de Pyreneeën. Het ligt 25 kilometer van de Vallee de l’Eyne, een natuurgebied met een uitzonderlijke flora en fauna. Ik had de tip van onze lieve buurman gekregen. 
Aangekomen op de camping zit er een bejaarde dame achter de receptie en een demente zus in de hoek.  Ik lach naar haar maar geen contact. Ik vraag om een rustige plaats, het is een grote camping en krijg in rap Frans te horen dat het te rustig is. Ik geloof zelfs dat wij de enige gasten zijn. Dat was vroeger wel anders. De camping straalt iets van vergane glorie uit. We kiezen voor internet, dat later ook nog waardeloos blijkt wegens een zeer slechte verbinding. Maar goed na eindeloze pogingen waarbij we steeds blijven hangen op een beveiliging waarschuwing lukt het af en toe. Fred heeft de moed al opgegeven. 
Op het moment dat we de caravan op de mover zetten, slaat de handrem vast. Helaas vergeten naar beneden te doen. (Brrr). Ik vind het vervelend, dat de camping mevrouw op onze vingers kijkt, nu ja dat kan er vandaag ook nog wel bij.  De caravan staat muurvast, er is geen beweging in te krijgen. Dus de auto ervoor, die hem met moeite door zijn rem trekt. Terwijl onze auto zo sterk is, doodeng. Een luide klap als de veer terug springt. Probleem opgelost en we staan.
Eerst naar buiten inmiddels is het tegen vijven. Het is hier mooi en ik zie overal de bergen. Ik ben helemaal gelukkig. 







Onderweg zie ik een grote escargot, het eten ligt hier op staat. Fred maakt een prachtige foto. We hadden gehoopt op een winkeltje, maar dat is er niet. Wel vinden we een brood automaat en samen met de ene hamburger, is dat een prima avondmaaltijd. 
Helaas ligt er hier een lage druk gebied, maar ja een mens kan niet alles hebben als het meer dan 20 graden in Nederland is. Dat is gegund het is kindervakantie tijd. 

zondag 29 april 2018

Olot, Catalonië, Spanje


Om in een andere omgeving te komen zijn we 86 km verhuisd. Dat is het gemakkelijke aan een sleurhut, je pakt je boel op en gaat verder. Zoeken op google in de omgeving  leert ons, dat dit een vulkanisch gebied is.  Als we een camping tussen vulkanen vinden is dat ons doel. We zijn nu op een camping net buiten Olot, la Fageda.
Vlak voordat weg gaan komen we in gesprek met een Nederlands stel uit Nieuwegein. Het is een geanimeerd gesprek van meer dan een uur, waarin hun ontbijt verbrandt in de zon. Fred had hun de avond tevoren geholpen met de gloednieuwe caravan, die was vastgelopen in een gat. Een paar “gele bananen” hielp hen uit de benarde situatie. Zij gaan drie maanden weg en we wisselen tips uit over Portugal, Spanje en Marokko. Ik weet niet hoe we kwamen op het levenstestament, iets waar ik al langer tegenaan hik, maar zij hadden het keurig geregeld. Dus wederom het besluit genomen me te buigen over deze zware kost. Hij had net ervaring gehad met zijn moeder in het verpleegthuis en rechters, die eindeloos moeten nadenken en tijdrekken om iets gedaan te krijgen. Dat wil je niet.




Als we gaan betalen blijkt, dat de automaat geen Nederlandse bankpas accepteerd. Brrr. Dus terug naar de caravan om een Visa kaart te halen. Dit gebeurd hier vaak, maar al met al rijden we met een goede vertraging weg van de camping.


De omgeving verandert van dor en kleine struiken op de rotsen naar meer groen. Het is mooi en het voorjaar is hier al even bezig, zoveel blad aan de bomen. We komen rond een uur op de camping. De eerste vraag is: ”hoelang willen jullie blijven”, hm, eerste gedachte twee dagen en mogelijk langer. Ze legt uit, dat het vakantie is in Spanje en dat in het weekend de camping vol zit. Als we het weekend over willen blijven, moeten we nu beslissen. O.K. is een rustige plek mogelijk? Nee het is super druk dit weekend, maar na dinsdag is het weer rustiger. We nemen dit maar op de koop toe. Dit zal overal wel hetzelfde zijn. Dinsdag is heel Spanje gesloten door de viering van 1 mei. Daar zullen we rekening mee moeten houden met boodschappen. 
We vinden een plekje in de hoek van de camping uitkijkend in het bos. Omgeven door andere caravans en campers. Het is niet anders. Onze buren, twee jonge jongens die hier in de buurt klussen, blijken muziek liefhebbers te zijn. Fred maakt een praatje en er wordt muiek uitgewisseld.

Leuk optrekje.



‘s Middags trekken we erop uit. Ja het is echt groen hier. Er bloeit van alles, veel daslook, wilde akelei, vergeet-me-nietjes, paardebloemen zijn als mooie pluizen bollen, bloesem en nog veel meer.













We willen naar een krater lopen, achteraf lijkt dat veel te ver en te stijl. Overal in het landschap zie je de markante  toppen van de vulkanen.  Op de achtergrond de besneeuwde toppen van de Pyreneeën. 


Van de receptie hadden we gehoord dat we drie kleine dorpjes in de omgeving kunnen bezoeken. Een ervan is El Mallol, een dorpje hoog in de bergen. Fred rijdt. De weg wordt smaller en smaller, hij wil niet verder gezien onze eerdere ervaring en hij kan hier nog draaien. Helaas staat de auto aan de linkerkant van het weggetje en het is smal. Hij moet linksom wegdraaien en heeft niet in de gaten dat er een muurtje staat. Ik gil nog ho en gasgeven, maar het mocht niet baten. Dat is een beschadigde bumper. Helaas. Omdat de auto zo scheef stond hield de auto niet op de handrem en hij vergeet de rem in te drukken. Daarin zie je dat rijervaring belangrijk is. Zeker als je niet van jongs af aan in een auto hebt gereden. Nu ja thuis maar verven want de auto is te oud voor dure reparaties.
Buik vol van deze ervaring rijden we door naar de bergen, die voor ons liggen. De zon schijnt nog steeds, slechter weer is op komst. 


Het is er mooi. Het volgende ommuurde dorpje is een plaatje tegen de bergen. Via een poort komen we op een dorpspleintje met een oude fontijn. Doorlopend gaat de weg over in een pad met een uitbundige flora. Het zijn duidelijk de uitlopers van de Pyreneen door het stijgend karakter. Er stroomt een rivier en we moeten die oversteken via een glibberig pad. Avontuur en koude voeten. Voldaan keren we later terug naar huis. Ik slaap die nacht slecht, want ik probeer steeds de auto tegen te houden en kan die 2200 kilo niet stoppen. Maar helaas mijn gedachten ook niet.



Vandaag is het weer om. Het regent de hele dag, zoals voorspeld. In de verte staat een gezin met drie kinderen doornat de tent op te bouwen, maar dat schiet niet op. Dan is zo een caravan toch wel makkelijk. 
Tevens ben ik begonnen aan de zware kost van het levenstestament. Gelukkig hebben we hier internet en kun je je goed orienteren. Bah het moet, maar leuk is anders.

vrijdag 20 april 2018

Garriguella




We zitten op de camping in Garriguella, waar we een week geleden geland zijn. Het is hier heerlijk rustig. Nog wel, want als het seizoen is, loop je ook hier gillend gek weg. Er is een bar en een groot zwembad, dat nog leeg is. De bedjes bij de zonneweide laten het potentieel aan klanten zien. Er is een gedeelte met vaste huisjes, die of privé zijn of verhuurd worden. Waarschijnlijk ben ik allergisch voor dit soort campings want voor mij mag het allemaal kleinschaliger. We zijn de hele week al een van de weinig gasten. De omgeving is boeiend. Achter de camping is een olijfolie molen. Hier kopen we 2 liter olijfolie. De druiven staan niet aangelijnd, maar als struiken in het landschap.
Het plaatsje Garriguella heeft een kleine supermarkt waar we de hoognodige boodschappen kunnen doen. Daarnaast goede slager die zeer behulpzaam is door mijn gebrek aan Spaans. Hij heeft naast fantastisch vlees, heerlijke kaas en lokale producten.


10 km verderop ligt Roses een bekende badplaats. Fred wil graag bij ondergaande zon foto’s maken dus aan het begin van de avond rijden we er heen. We zijn redelijk snel genezen van dit plaatsje. Wat een drukte. Allemaal hoge witte aan elkaar geschakelde appartementen. De boulevard is een aaneenrijging van bars, café’s, en restaurants.
Het goede is, dat er op de weg naar huis een Lidl is, die we snel bezoeken. Hier hebben we meer keuze uit groente en brood.  De lokale super verkoopt alleen maar wortels, uien, sla, tomaten soms prei en witbrood. Dat gaat wel vervelen.
We kijken uit naar een andere mogelijkheid om de zee te zien en gaan daarvoor naar de Cap de Creuz. Een uitsteeksel in de kust en een natuurgebied. Het wordt een klauterpartij om bij zee te komen, de rotsen zijn scherp en geërodeerd. Overal staan bloemen te bloeien. Fred benoemt meteen onze buurman die een liefhebber is van rotstuinen. Hij zou hier genieten.




Onderaan de rots kijken we naar de dalende zon en maken mooie plaatjes van de zon die achter de bergen verdwijnt. Daarna eten we ons boterhammetjes en rijden met een goed gevoel naar huis. Eerst nog langs de vuurtoren. Het waait enorm boven bij de vuurtoren. De zee is immens en een bord leert ons dat het hier 2150 m diep is. Best gevaarlijk met potentiële onderstromen.

Op de dag vermaken we ons in het algemeen met lezen, een huishoudelijke taak en een wandeling. Nu het zo warm is geworden met temperaturen tot 27 graden slaat ook de loomheid toe.  Door de strakke blauwe hemel en de sterke schaduwen is dit geen ideaal fotoweer. Dat is de rede waarom we tussen de middag warm eten en dan tegen half vier naar bestemming vertrekken. Het licht is dan in ieder geval beter. 


Dit keer gaat de tocht naar het derde natuurgebied in de buurt.  Aguimolls-de-l'Emporda. Er is een informatie centrum en een bewegwijzerde route. We hadden ons er teveel van voorgesteld. Het gebied is een delta, drassig (muggen), riet en weidevelden. Er zijn vogelhutten waar je de dieren kunt bestuderen. Net Broek in Waterland.


 Ik kan me voorstellen dat de Spanjaarden dit fantastisch vinden als je tussen de bergen woont, voor ons vlaklander is deze aanblik niet zo bijzonder. Doordat ik twee waterschildpadden tegenkom weet ik dat ik niet thuis ben. 





Vermaakt kijk ik naar twee ruziemakende eksters die vechten om een ei, dat alleen nog maar een schil is.  





De ooievaars vliegen af en aan om hun jonge te voeden of klepperen om vrouwtjes te lokken. Op zeker moment houden we het voor gezien, de muggen worden steeds brutaler.  We lopen terug via een paadje met aan weerskanten prachtig bloeiende lissen. Het lijkt wel de bollenstreek.



Op de camping staan we vlak bij een muurtje waar hagedissen zich regelmatig laten zien. Leuk om te observeren. Even later vliegen er twee gaaien over en twee vlinders dansen om elkaar. Het is echt voorjaar.

Ik wilde graag naar de bergen en Fred naar een stuwmeer in de bergen. Voor mij een teleurstelling, want een stuwmeer is geen berg met sneeuw. De tocht over kleine weggetjes is prachtig en loopt dwars door Peralada het middeleeuwse stadje waar we al eerder waren. De straten vernauwen zich angstwekkend, tot we daadwerkelijk klem zitten. We zijn niet de enige die verdwaald is, want een grote vrachtauto heeft hetzelfde probleem. Als hij ons achteruit ziet rijden doet hij het ook, alleen is hij nog aan het begin van de weg en wij al heel veel verder. Met de nodige stuurmanskunst komen we uiteindelijk op de doorgaande weg. De vrachtauto heeft ons de weg gewezen.




Het stuwmeer is er eentje zoals je ze veel tegen komt. Aan de kant zijn recreatie plaatsen. Jongeren hangen hier rond met chips en bier. Gezellig. Wij rijden tot de oorsprong van de rivier om wat watervallen te zien. Er zwemmen grote vissen. Fred in zijn element gaat op fotojacht. Ik concentreer me op de waterval. Zo zijn we beide weer zoet.